Het verschil tussen proza en poëzie is naar mijn mening dat een poëtische tekst een bepaald ritme heeft wanneer je het leest. Ook heeft het vaak een onderliggende boodschap die niet direct duidelijk wordt. Een ander kenmerk van poëzie is volgens mij het gebruik van figuurlijke taal. Wanneer je een gedicht alleen letterlijk leest, lijkt het slechts een samenraapsel van zinnen en woorden. Pas wanneer je beseft dat dit beeldspraak is en je probeert voor te stellen wat ermee bedoeld wordt, is het mogelijk om een gedicht goed te begrijpen.
Ik denk dat poëzie heel persoonlijk is, waardoor het moeilijk vast te stellen is wat een goed gedicht is. De een vindt het figuurlijke taalgebruik fijn, terwijl de ander liever een duidelijke boodschap heeft. Ook heeft een gedicht voor iedereen een ander ritme, dit komt door verschillende manieren van lezen. Waar de één liever heeft dat een gedicht ritmisch wordt door het gebruik van rijm, bereikt de ander dit liever door te spelen met leestekens en de lengte van zinnen.
Om verder te ontdekken wat poëzie inhoudt, hebben we in de klas verschillende gedichten bekeken. De eerste tekst was van Mustafa Stitou. Ik vond het lastig om hierin een ritme te vinden, doordat de tekst niet rijmde en de zinnen niet heel speciaal opgebouwd waren. Door de tekst vaker te lezen, ontstond er toch een soort ritme. Ook bevat de tekst een boodschap die niet direct duidelijk is en daarom denk ik dat deze tekst op het randje ligt tussen poëzie en proza.
Hierna hebben we de songtekst van het lied Papaoutai van Stromae behandeld. Op het eerste gezicht is het gewoon een mooi lied, maar ik ontdekte in deze les dat het een tweede laag bevat. Dit kwam doordat ik voor het eerst een Nederlandse vertaling van de tekst las. Het bevat een serieuze boodschap over zijn vader en doordat het een lied is, heeft de tekst ook een ritme. Ik vind dit dus een poëtische tekst.
Het derde gedicht dat we behandeld hebben, was Johnson Brothers Ltd. van Rutger Kopland. Deze tekst vond ik vrij lastig om te begrijpen en ik vond het niet erg prettig lezen door de vreemde regelindeling. Door deze indeling vind ik het wel poëzie, want bij proza zouden de zinnen op een andere manier opgebouwd zijn.
Het volgende gedicht is Komaf van Gerrit Achterberg. De regels zijn allemaal even lang en er is gebruik gemaakt van rijm, de tekst bevat hierdoor een ritme. Ook is er sprake van een onderliggende gedachte, de schrijver probeert zijn gevoelens te verwoorden over het geloof van zijn familie. Als laatste is er figuurlijk taalgebruik aanwezig, het gedicht bevat dus alle eerder genoemde kenmerken en ik vind dit poëzie.
Als laatste bekeken we het gedicht De moeder de vrouw van Martinus Nijhoff. Ook in dit gedicht is een duidelijk rijmschema te ontdekken en weer moest ik de tekst vaker lezen om te begrijpen waar het over gaat. Dit kwam onder andere doordat niet alles letterlijk te nemen is. Dit zijn allemaal kenmerken die volgens mij duiden op poëzie.
Door deze gedichten te bekijken, ben ik gekomen tot de volgende definitie van poëzie: Poëzie moet een boodschap overbrengen, hierbij is de vorm van de tekst heel belangrijk. De gevoelens van de schrijver worden in een gedicht op een beeldende manier verwoord, omdat het gewone taalgebruik vaak te kort schiet om gevoelens te beschrijven.
Als laatste heb ik een klassiek gedicht gekozen wat volgens mij aan deze definitie voldoet, namelijk Het kind en ik van Martinus Nijhoff.
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haasten zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
De boodschap van dit gedicht is dat een volwassene nooit meer hetzelfde zal zijn als een kind. Een kind is namelijk nog niet beïnvloed door zijn omgeving, terwijl een volwassene dit wel is. Wanneer je probeert weer als een kind te denken, zal dit steeds net niet lukken. Dit is in de laatste regel te lezen, het wordt weer uitgewist. Deze boodschap is op een beeldende manier gebracht, de schrijver bedoelt namelijk niet letterlijk dat hij gaat vissen en een kind in het water ziet. Dat de vorm van de tekst heel belangrijk is, is te zien aan het abab rijmschema. Ook is duidelijk dat er goed is nagedacht over de zinsopbouw, deze is anders dan in normale teksten. Al deze kenmerken wijzen erop dat dit gedicht poëzie is.
Bij poëzie zijn de vorm, beeldend taalgebruik en het ritme dus heel belangrijk om een boodschap aan de lezer over te brengen. Om dit artikel af te sluiten, heb ik nog een filmpje dat gemaakt is bij het gedicht Het kind en ik.
Om verder te ontdekken wat poëzie inhoudt, hebben we in de klas verschillende gedichten bekeken. De eerste tekst was van Mustafa Stitou. Ik vond het lastig om hierin een ritme te vinden, doordat de tekst niet rijmde en de zinnen niet heel speciaal opgebouwd waren. Door de tekst vaker te lezen, ontstond er toch een soort ritme. Ook bevat de tekst een boodschap die niet direct duidelijk is en daarom denk ik dat deze tekst op het randje ligt tussen poëzie en proza.
Hierna hebben we de songtekst van het lied Papaoutai van Stromae behandeld. Op het eerste gezicht is het gewoon een mooi lied, maar ik ontdekte in deze les dat het een tweede laag bevat. Dit kwam doordat ik voor het eerst een Nederlandse vertaling van de tekst las. Het bevat een serieuze boodschap over zijn vader en doordat het een lied is, heeft de tekst ook een ritme. Ik vind dit dus een poëtische tekst.
Het derde gedicht dat we behandeld hebben, was Johnson Brothers Ltd. van Rutger Kopland. Deze tekst vond ik vrij lastig om te begrijpen en ik vond het niet erg prettig lezen door de vreemde regelindeling. Door deze indeling vind ik het wel poëzie, want bij proza zouden de zinnen op een andere manier opgebouwd zijn.
Het volgende gedicht is Komaf van Gerrit Achterberg. De regels zijn allemaal even lang en er is gebruik gemaakt van rijm, de tekst bevat hierdoor een ritme. Ook is er sprake van een onderliggende gedachte, de schrijver probeert zijn gevoelens te verwoorden over het geloof van zijn familie. Als laatste is er figuurlijk taalgebruik aanwezig, het gedicht bevat dus alle eerder genoemde kenmerken en ik vind dit poëzie.
Als laatste bekeken we het gedicht De moeder de vrouw van Martinus Nijhoff. Ook in dit gedicht is een duidelijk rijmschema te ontdekken en weer moest ik de tekst vaker lezen om te begrijpen waar het over gaat. Dit kwam onder andere doordat niet alles letterlijk te nemen is. Dit zijn allemaal kenmerken die volgens mij duiden op poëzie.
Door deze gedichten te bekijken, ben ik gekomen tot de volgende definitie van poëzie: Poëzie moet een boodschap overbrengen, hierbij is de vorm van de tekst heel belangrijk. De gevoelens van de schrijver worden in een gedicht op een beeldende manier verwoord, omdat het gewone taalgebruik vaak te kort schiet om gevoelens te beschrijven.
Als laatste heb ik een klassiek gedicht gekozen wat volgens mij aan deze definitie voldoet, namelijk Het kind en ik van Martinus Nijhoff.
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haasten zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
De boodschap van dit gedicht is dat een volwassene nooit meer hetzelfde zal zijn als een kind. Een kind is namelijk nog niet beïnvloed door zijn omgeving, terwijl een volwassene dit wel is. Wanneer je probeert weer als een kind te denken, zal dit steeds net niet lukken. Dit is in de laatste regel te lezen, het wordt weer uitgewist. Deze boodschap is op een beeldende manier gebracht, de schrijver bedoelt namelijk niet letterlijk dat hij gaat vissen en een kind in het water ziet. Dat de vorm van de tekst heel belangrijk is, is te zien aan het abab rijmschema. Ook is duidelijk dat er goed is nagedacht over de zinsopbouw, deze is anders dan in normale teksten. Al deze kenmerken wijzen erop dat dit gedicht poëzie is.
Bij poëzie zijn de vorm, beeldend taalgebruik en het ritme dus heel belangrijk om een boodschap aan de lezer over te brengen. Om dit artikel af te sluiten, heb ik nog een filmpje dat gemaakt is bij het gedicht Het kind en ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten